Wintersnoei is het insnoeien en/ of verwijderen van twijgen en takken. Omdat bomen en struiken in de winter een rustperiode hebben, is dit jaargetijde het beste seizoen om dat te doen. Tijdens de rustperiode ligt de sapstroom namelijk stil. De sappen in een boom zijn als het bloed in het menselijk lichaam. De kans dat de boom �doodbloedt� bij het snoeien in de winter, is dus veel minder groot dan in de zomer.
De wintersnoei zorgt ook voor een mooiere vorm van de boom of struik en voor een betere groei in het voorjaar. Bovendien zijn luchtig gesnoeide bomen en struiken minder vatbaar voor schimmelziekten en blijven dus gezond.

Niet alle bomen mogen in de winter gesnoeid worden.
Een aantal boomsoorten die niet van nature in Nederland voorkomen, zoals Catalpabomen, verdragen in de winter juist geen extreme snoei.
Het is daarom beter deze in april of mei te snoeien.
Ook heesters die in het voorjaar bloeien, zoals de Toverhazelaar, Sneeuwbal en Camelia, snoei je bij voorkeur niet in de winter.
Een belangrijke stelregel hierbij is: bloeit een heester v��r de langste dag (21 juni) dan kunt u deze het beste na de bloei snoeien.  Bloeit hij n� de langste dag, zoals de vlinderstruik, dan is het voorjaar (april/mei) de beste tijd.
Dode takken van bomen en struiken kunnen en moeten altijd worden verwijderd, zowel in de zomer als in de winter.

De gemeente gebruikt de bovenstaande vuistregels, maar u kunt ze ook in uw eigen tuin toepassen. Een aantal soorten bomen en struiken vereist specifieke snoei, hiervoor kunt u het beste een vakspecialist raadplegen.