VAN DE WETHOUDER


Lieve mensen,

Gelukkig was de Stadsdeelcommissie op 13 januari unaniem in haar stelling dat het raadsbesluit van januari 2006 om het sportcomplex te realiseren door zou moeten gaan. De ‘motie van aansporing’ was coalitiebreed, met daarin de opdracht het ontbrekende geld te vinden en dit in een voorstel aan de raad voor te leggen.

Dat doe ik met veel genoegen, maar ik ben me ervan bewust dat het nog geen gelopen race is: 24 februari moet dat raadsvoorstel er zijn zodat de commissie zich een oordeel kan vormen. We moeten dan mogelijke risico's goed onder ogen zien om te voorkomen dat we de bevolking van Boekelo blij maken met een dooie mus. We hebben immers nog de nodige hobbels te nemen. Denk aan het verwerven van de grond en de wijziging van het bestemmingsplan.
Als het tegenvalt, dan gaat hier niet alleen veel geld, maar ook veel tijd in zitten.
Maar de raad heeft het laatste woord. De raadsleden geven hun oordeel. Ik hoop dat we de weg naar de aanleg van een nieuw sportcomplex aan de Boekelosestraat met nieuwe energie kunnen plaveien!

Ik ben blij dat ik ervoor heb gekozen om in een vroeg stadium contact te zoeken met de organisaties in Boekelo. Ik ben groot voorstander van openheid in de besluitvorming.
Toen ik zag dat het schip dreigde te kapseizen, wilde ik eerst een gesprek met het dorp voordat er sprake kon zijn van formele besluitvorming in de vergadering van burgemeester en wethouders. Doordat de gemeenteraadleden eveneens hun zegje hebben kunnen doen, kunnen we de koers richting sportcomplex aanpassen.
Zonder steun van de raad kan ik als wethouder immers weinig beginnen.
Op 16 december heb ik verenigingen, Dorpsraad, Koepel en Stichting MFA op een druk bezochte bijeenkomst mondeling geïnformeerd.
Zij kregen daardoor de gelegenheid vragen te stellen en lucht te geven aan hun emoties. Een dag later heb ik de overige betrokkenen in Boekelo, waaronder betrokken ondernemers, omwonenden en mensen die hun zienswijze t.a.v. het sportpark hebben kenbaar gemaakt middels een brief op de hoogte gebracht. Op dezelfde dag heb ik de leden van de Stadsdeelcommissie West geïnformeerd en aansluitend de pers te woord gestaan.

Zoals u ziet, zijn de Boekeloërs in mijn ogen geen restpost in mijn beleid. Als meest belanghebbenden hebben ze voorrang gekregen in de voorlichting. Bij de presentatie van de nota voor de raad zal ik dezelfde weg bewandelen en eerst overleg zoeken met de Dorpsraad en verenigingen. Daar kan Boekelo op rekenen!

Myra Koomen, wethouder Werk en Inkomen en Stadsdeel West