DE OUDSTE INWONER VAN BOEKELO

 

Ir. E.E. van Andel

wordt in februari 2011 honderd jaar!!

Noor (Eleonoor Eduard) van Andel is op 20 februari 1911 in Leiden geboren. Hij studeerde chemie in Delft, werkte en woonde in Amsterdam en kwam in 1945 naar Boekelo. Uitgebreide informatie over die tijd is te lezen in het interview door de Historische Kring, zie www.boekelo.info,
bij het menu Boekelo, Geschiedenis, Historische Kring.

Het is woensdagmiddag 13 oktober. Een prachtige zonnige dag en ik tref de heer Van Andel aan in zijn tuin op De Weele (zie foto). Hij haalt voor mij ook een stoel en we zitten samen heerlijk in de zon met elkaar te praten.

Van Andel woont sinds 1951 op De Weele. Het gezin woonde in de voormalige tuinmanswoning van de familie Van Heek. Enige jaren geleden is de bijbehorende schuur/garage tot woning verbouwd en heeft Noor hier zijn intrek genomen. Zijn jongste zoon woont momenteel in het daarnaast gelegen ouderlijk huis. De oudste zoon woont in Twekkelo,
de andere 3 kinderen elders in het land. Zijn vrouw is in 1984 overleden.

Hij is gezond, goed ter been en nog helder van verstand.
Hij leest iedere dag het NRC Handelsblad om van het landelijke nieuws op de hoogte blijven.

 ‘Ik moet een gesprekspartner voor mijn kinderen en kleinkinderen blijven. Daar moet je als ouder(e) bewust moeite voor doen. Maar dat is niet zo moeilijk, ik heb mijn hele leven nagedacht’.
Voor de locale krant heeft hij geen tijd meer.

Ik lees veel om iets te doen te hebben. Bij mooi weer zit ik graag buiten en geniet van de zon en het uitzicht’.
De Weele is opengesteld voor wandelaars. Er komen dagelijks zo’n 20 mensen voorbij. Zondags is het 3x zoveel.
Hij vindt het leuk om naar die mensen te kijken. Het is geen storend element. Hij vindt het ‘een stoffage voor het landschap’.

Van Andel heeft 3 zoons en 2 dochters, inmiddels tussen de 60 en 70 jaar.
‘Ze worden gelijk mee oud, de verschillen blijven gelijk’
.
Hij heeft 13 kleinkinderen.
Eén keer per week gaat hij bij zijn oudste of jongste zoon, die dichtbij wonen, eten.
Hij bezoekt regelmatig de andere kinderen. ‘Die wonen vervelend ver weg’. Hij rijdt met de auto naar het station en reist per trein naar de kinderen. Die halen hem op de plaats van bestemming van het station. ‘Het zijn wel opgevoede mensen’.

Toen hij 18 was (in 1929!) haalde hij zijn rijbewijs. Enkele jaren daarna,
hij was nog student, schafte hij zijn eerste auto aan voor 55 guldens.
Het was een 2-zitter open Citroen. De 1e Citroen die in massa geproduceerd is. Deze auto is nog steeds in het bezit van de familie
Van Andel.

Waar komt de naam Noor vandaan?

‘Ik kom uit een gezin van 3 kinderen, allemaal jongens. Mijn ouders hadden afgesproken dat de meisjes die geboren zouden worden, vernoemd werden naar mijn moeders familie en de jongens naar mijn vaders familie. Ik was de 3e jongen, en toen was de familie van mijn moeders kant toch wel een beetje teleurgesteld. Toen is besloten om mij naar de moeder van mijn moeder te vernoemen, die heette ‘Eleonora’ en naar de vader van mijn moeder ‘Eduard’.’
‘Zelf heb ik een dochter Helean, vernoemd naar ‘Helene’ en ‘Anna’.
Toen ik hiervan aangifte deed in het stadhuis, maakte de ambtenaar bezwaar. Maar dat is goed gekomen.’
’Ik vermoed dat mijn vader ook problemen heeft gehad met mijn aangifte, maar hij was beroepsofficier bij de artillerie en droeg een uniform. En dat maakte in die tijd wel indruk!’

Op de achtergrond horen we geluiden van de voorbereidingen van de Military die eind van de week van start gaat. Vroeger ging de cross over De Weele, nu gaat die er omheen. Hij heeft zelf ooit paard gereden toen hij 18 was. Dat kwam omdat zijn vader veel met paarden te doen had bij de artillerie.
Hij heeft nooit veel aan sport gedaan.
‘Daar krijg je blessures van’.
En daar kan hij best eens gelijk in hebben! Hij is nog goed te been en loopt zonder stok!

Wat vond u bijzonder in de afgelopen honderd jaar?
‘De auto natuurlijk’.  ’Maar het meest bijzondere dat in een ˝ mensenleven is gebeurd, is de opbloei en de ondergang van de textiel! Ik heb dat beide meegemaakt ‘.
’In 1945 werkten 40.000 mensen in de katoen in Twente en de Achterhoek. Dat zijn er nu misschien nog maar 2.000?’

Wat vindt u van De Bleekerij?
’Een merkwaardige ervaring. Er is hier een hele bedrijfstak (textiel) verdwenen. Ooit waren daar 400 mensen werkzaam. Bijna alles is afgebroken, maar er is zorgvuldig mee omgegaan’.
Hij waardeert het industrieel erfgoed.

Heeft u spijt van uw komst naar Twente?
‘Nee, nooit een moment spijt van gehad’.
’Het leuke van Enschede is dat de rijke fabrikanten landgoederen in het buitengebied hadden. En dat deze gebleven zijn. Enschede is omringd door prachtige wandelgebieden en heeft hierdoor een andere structuur dan andere steden. Ook heeft Enschede veel parken’.

In februari wordt u 100. Wat gaat u dan doen?
’Dat zullen de kinderen wel regelen. Ik ben gezond, kan alle kanten op.
Ik hoef niet meer op reis. De meeste leuke dingen in de wereld heb ik wel gezien’.

Hoe voelt u zich?
‘Ik ben gelukkig en gezond. En dankbaar. Ik ben een beetje doof en daarom kan ik moeilijk gesprekken volgen. Grote gezelschappen vermijd ik daarom. Maar van mij mag er nog wel 25 jaar bij!’.

Als afsluiting biedt de heer Van Andel mij een kop koffie aan.
We genieten heerlijk buiten van de zon, de prachtige Weele en intussen blijft hij vertellen. Zo is dit verhaal ontstaan.
Het was mij een waar genoegen!
Meneer van Andel, hartelijk dank voor de gastvrijheid en het gezellige onderhoud!

Ingrid Kuster

boeke-loos november 2010 32e jaargang, nr.332